Wat moeten we doen?
Allereerst moet je bidden of God genadig wil zijn en de ziekte wil tegenhouden. Doe dan alles wat je kunt doen om de ziekte te stoppen: ontsmet je huis, help de lucht te reinigen, geef medicijnen en neem ze ook zelf in. Vermijd plekken waar je niet nodig bent en waar je anderen onbedoeld kunt aansteken. Doe wat God je geeft om te doen zonder schuldig te zijn aan je eigen dood of aan die van anderen. Als je naaste je nodig heeft ga dan zonder bezwaar naar hem toe om hem te helpen. Dan handel je uit een goed geloof zonder roekeloos en angstig te zijn en zonder God te verzoeken.
Zorg voor elkaar en laat elkaar niet in de steek. Een werkgever moet zorgen voor zijn werknemers en werknemers moeten trouw zijn aan hun werkgever. Wie personeel in huis heeft, moet voor hen zorgen, net als vaders en moeders voor hun kinderen en omgekeerd. Een buurman mag zelfs zijn buur niet laten zitten als er geen anderen zijn om voor hem te zorgen. Want deze woorden van Christus verbinden ons aan elkaar: ‘Ik was ziek en jij hebt Mij niet bezocht’ (Mat. 25: 43). Daarom zijn we verplicht elkaar te helpen zoals je zou willen dat anderen jou zouden helpen.