Door de Reformatie kwam er een oploop van de relikwieëncultus als een gevolg van het einde van de traditionele heiligenverering. De stukken uit de omgeving van Luther zijn daarom niet voorwerp van religieuze adoratie geweest, maar hoogstens uitdruk van een vreugde aan het verzamelen en de persoonlijke verering van de reformator.
Dat de interesse aan Luther als persoon al tijdens zijn leven zich uitstrekte over de verdiensten van zijn werken, laat het ontstaan van zijn portret zien, sinds het jaar 1520. Een verdere bron voor de later geliefde Luthercollectie was de bekerverzameling. Wat geldt is dat alle stukken, die aan het bezit van Luther toegeschreven worden, eerst sinds de zeventiende eeuw en nog later een geloofwaardige gedocumenteerde geschiedenis hebben gehad.
Talrijke relikwieën omtrent bijvoorbeeld een theelepel van hem, de inktpot en de ring van Katharina van Bora blijven mensen fascineren.
(Bron: V. Leppin & G. Schneider-Ludorff (red.), Das Luther-Lexikon (Regensburg: Bückle & Böhm 2014), 602-603)