Home / Lutherencyclopedie / Oud en nieuw

Oud en nieuw

Luther gaat tweeslachtig om met het gebruik van oud en nieuw. Met het oog op de verlossing heeft het nieuwe iets om naar te streven, het is het positieve en het oude is iets om overwonnen te worden, het is het negatieve. Anderzijds heeft Luther kritiek op de wens van de mens naar iets nieuws. Luther heeft kritiek op diegenen die iets nieuws leren en Luther werpt bijvoorbeeld de profeet Mohammed voor dat hij een nieuwe Bijbel zou gemaakt hebben. Luther pleit ervoor dat zijn leer traditioneel is. Luther zag zijn beweging als vernieuwing van de oude kerk. Het pausdom is de nieuwe kerk, aldus Luther.

Wat nu precies nieuw was aan de beweging van de Reformatie is moeilijk te onderzoeken. Aangaande het nieuwe van de Reformatie gaat het om iets complex. In de Confessio Augustana wordt op veranderingen gewezen op het gebied van het Avondmaal, de priestereed, de mis, de biecht, het onderscheid van eten en andere menselijke ordeningen, de kloostergelofte en de macht van de bisschop. Toch was Luther terughoudend in het toepassen van veranderingen.

Voor Luther is het van wezenlijk belang dat er geen ontologisch onderscheid is tussen leken en priester. Ook nieuw was het dat niet het hele leven van de wieg tot het graf omgeven was door sacramenten. Er waren slechts twee Sacramenten: het Avondmaal en de Doop.

(Bron: V. Leppin & G. Schneider-Ludorff (red.), Das Luther-Lexikon (Regensburg: Bückle & Böhm 2014), 51-53)