Voor Luther was zijn theologie geheel gericht op het kruis. Luther wordt daarom ook wel de theoloog van het kruis genoemd. Tegenover deze theologie stond de theologie van de glorie, die volgens Luther Gods onverborgen heerlijkheid zoekt, die het kwade goed noemt en het goede kwaad. De theoloog van het kruis noemt de dingen bij de rechte naam, aldus Luther.
Het motief van het kruis ontwikkelt zich in Luthers vroege theologie doordat Luther het begrip rechtvaardigheid had. Het verschil met de theologie van de glorie en de theologie van het kruis is het verstaan van dit begrip “rechtvaardigheid”. De leer van de rechtvaardiging en de theologie van het kruis zijn wel onderscheiden, maar het zijn twee perspectieven die leidend zijn voor alle verdere aspecten van de theologie van Maarten Luther.
Luther zag in Jezus aan het kruis de gave van God. God openbaarde in het offer Zichzelf en liet tegelijkertijd zien hoe het er met de mens voorstaat. Deze twee opvattingen van Luther stonden haaks op de theologie van zijn tijd, die sterk rationeel en speculatief was. Luther zag zichzelf als theoloog van het kruis en theologie werd alleen mogelijk gemaakt vanuit het kruis, aldus Luther.
De theologie van het kruis is eigenlijk de rechtvaardigingsleer en de rechtvaardigingsleer is eigenlijk de theologie van het kruis bij Luther. Luther stelt zowel in zijn theologie van het kruis als in zijn rechtvaardigingsleer dat de inspanningen van de mens er niet toe doen. Het kruis is de volledige prijsgave aan God en daarmee wordt ook al het menselijk lijden gesymboliseerd.
Het kruis heeft bij Luther zo dus een dubbele betekenis. Aan de ene kant is het de uitdruk van Gods solidariteit met de mensen, dat wordt bemiddeld door het Woord van God. Aan de andere kant benoemt het kruis het menselijk lijden, dat door het kruis niet ontsloten of verklaard wordt.
Vooral in de begintijd van de Reformatie heeft Luther zich veelvuldig beziggehouden met de theologie van het kruis. Luther betrekt ook het lijden van Christus sterk op de menselijke dood. Het kruis van Jezus en het lijden van de mens worden door Luther ook als identiek gezien. Het lijden hoort voor Luther bij de aanvechting. Het lijden van Jezus is daarmee ook een voorbeeld en een genademiddel, doordat God zelf het lijden wat de mensen bedroeft, op Zich neemt.
Later behandelt Luther het kruis en het lijden in samenhang met de ecclesiologie, de leer van de kerk. Voor Luther is het kruis dan een kernteken van de kerk. De kerk wordt door het kruis te dragen een drager van de openbaring. Voor Luther is dus het kruis hét criterium voor de theologie.
(Bron: V. Leppin & G. Schneider-Ludorff (red.), Das Luther-Lexikon (Regensburg: Bückle & Böhm 2014), 370-372)