Met kerkrecht worden die rechtsnormen bedoeld, welke de gesteldheid, het bestuur en de activiteit van de kerk, zowel in haar innerlijke bereik alsook tegenover de niet-kerkelijke wereld beschrijven. De eerste normen voor het kerkrecht ontstonden bij de aanvang van de christelijke kerk in de eerste eeuw na Christus. In de laatantieke tijd kwamen de normbepalingen van pausen en concilies daarbij. Ook diverse teksten van kerkvaders en beslissingen in kerkelijke rechtspraak werden toegevoegd aan het kerkrecht. Dit werd vervolgens samengevat door Gratianus die in 1140 de eerste systematische samenvatting maakte van het kerkrecht. Het werk krijgt de naam Concordia Discordantium Canonum, maar is vooral bekend onder de naam Decretum Gratiani. De eerste gezamenlijke uitgave verscheen in 1580 onder de titel Corpus Iuris Canonici.
Luther wees dit rechtsboek af en liet alle rechtsboeken gezamenlijk met de banbul verbranden in 1520. Toch bleef het recht belangrijk en werd ook na de Reformatie nog kerkrecht gedoceerd in Wittenberg. Kerkrecht bleef nodig en er kwamen dan ook kerkordeningen.
(Bron: V. Leppin & G. Schneider-Ludorff (red.), Das Luther-Lexikon (Regensburg: Bückle & Böhm 2014), 353-355)