Home / Lutherencyclopedie / Humanisme

Humanisme

Het humanisme is te zien als een hoofdzakelijke literaire en filologische beweging die zich wil richten op de oudheid en die een verlangen heeft naar de wedergeboorte van deze periode. Dit is te zien als het renaissance-humanisme. Een stroming die onderdeel uitmaakt van dit humanisme is te zien als het bijbels-humanisme of christelijk humanisme. Kenmerkend voor deze stroming is dat men terug wil grijpen op de Bijbel en de kerkvaders en ook op de opbouw van de christelijke kerk in de eerste honderd jaar. Daarbij hadden zij vaak ook kritiek op de scholastieke methode.

De humanisten zijn onder te verdelen in twee groepen. De ene groep zijn diegenen die een groot deel van hun tijd en kracht wijdden aan studie, terwijl zij aan vorstenhoven werken, of als docenten aan universiteiten of gymnasia. Aan de andere kant zijn er de theologen die werkzaam zijn geweest in de kerk zoals Huldrych Zwingli, Philipp Melanchthon en Johannes Calvijn. Opvallend is dat deze theologen ook veelvuldig gebruik maken van heidense auteurs.

Luther wordt in de regel niet als humanist gezien. Redenen daarvoor is zijn conflict met Erasmus van Rotterdam, die onder de humanisten een grote erkenning kende. Maar ook wanneer Luther zelf meestal niet als humanist wordt gezien, hebben humanisten wel een grote invloed op hem gehad. Menigmaal kreeg de Reformatie ook hulp van de humanisten, doordat zij de kerk van Rome belachelijk maakten.

Van verschillende humanisten heeft Luther gedurende zijn rechtenstudie van 1501 tot 1505 wat geleerd. Ook tijdens de periode dat Luther in Wittenberg resideerde waren er verschillende humanisten werkzaam aan de universiteit van Wittenberg.

Zeer behulpzaam was voor Luther de vertaling van het Nieuwe Testament in het Latijn met de Griekse tekst, die Erasmus in 1516 uitgaf. De opmerkingen over de Bijbeltekst nemen in het werk (dat meer dan 1000 pagina’s in beslag nam) ongeveer evenveel ruimte als de Griekse en de Latijnse tekst bij elkaar. De kritiek die Erasmus uitte op de Latijnse tekst, de Vulgaat, beviel Luther, omdat hij ook tot vergelijkbare resultaten was gekomen door exegetisch werk.

Op aanbeveling van Johannes Reuchlin werd Melanchthon als zijn familielid in de zomer van 1518 als professor Grieks in Wittenberg beroepen. Melanchthon had een naam gekregen door een uitgave van een boek in het Grieks en een grammatica in het Grieks. Toen Melanchthon naar Wittenberg ging werd hij al snel bevriend met Luther en zou dit zijn leven lang blijven.

Luther kwam in een strijd met de humanist Erasmus doordat hij vond dat Erasmus de mens te hoog inschatte en bracht zo het wezen van het christendom in gevaar. Luther vond dat er geen gerechtigheid was in de werken of door de wet, terwijl Erasmus deed voorkomen dat dit wel zo was. Dat betekende echter niet dat daarmee het humanisme en de Lutherse Reformatie gescheiden wegen gingen. Melanchthon formuleerde in zijn belijdenisgeschrift dat er geen volkomen breuk tussen hem en de door Luther zo bestempelde Reformatie was.

Humanisten hebben met hun edities van het Nieuwe Testament, hun geschriften en door de Latijnse vertaling van het Nieuwe Testament van Erasmus en door bronnenkritiek ervoor gezorgd dat de Reformatie die kwam uit Wittenberg zo succesvol kon zijn. Veel humanisten herkenden in de werken van Luther en van zijn aanhangers de verwerkelijking van hun eigen doelen.

(Bron: V. Leppin & G. Schneider-Ludorff (red.), Das Luther-Lexikon (Regensburg: Bückle & Böhm 2014), 300-303)