Luther sloeg op 31 oktober 1517 zijn 95 stellingen over de aflaat en de boetedoening aan op de deur van de slotkapel te Wittenberg, zo heeft men lange tijd gedacht. Sinds de rooms-katholieke Erwin Iserloh in 1961 betoogde dat dit niet zo kan zijn gebeurd, bestaat hierover echter veel discussie. De twee jongste berichten over het aanslaan van de 95 stellingen zijn van Georg Rörer en Melanchton: beide waren in oktober 1517 niet aanwezig in Wittenberg, en het bericht van Melanchton stamt van na Luthers dood. Luther zelf geeft twee keer aan, dat hij op 31 oktober brieven met de 95 stellingen heeft verstuurd naar de bisschoppen van Mainz en Brandenburg, en dat hij pas toen daar geen reactie op kwam, zijn stellingen openbaar heeft gemaakt. Om deze en andere redenen lijkt het niet onwaarschijnlijk, dat Luther op 31 oktober 1517 inderdaad geen 95 stellingen op de slotkapel van Wittenberg heeft aangeslagen.